Hoe leren kinderen zichzelf te sturen?

Zelfsturing komt niet uit de lucht vallen. Het is onder andere gebaseerd op zelfvertrouwen en zelfwaardering. Wat je zelf kunt, kun je door de ander. Er is geen kind dat zichzelf gaat vertrouwen omdat de zon schijnt. Het ontstaat in interacties met anderen. Zonder een ander – sterker nog: zonder twee anderen – zou het kind er niet geweest zijn, maar het is van zichzelf. Daarin schuilt een prachtige spanning tussen autonomie en relatie: het kind is eigenstandig, maar het is voortgekomen uit relatie én het kan zich niet ontwikkelen zonder relaties met anderen. Toch kan een kind, in de dagelijkse omgang, zo opgezadeld worden met de verwachtingen van degenen met wie het in relatie staat, dat zijn autonome ontwikkeling (deels) wordt ontnomen. Vandaar helder en duidelijk: het kind is van zichzelf, maar heeft anderen nodig om zichzelf te ontwikkelen en zichzelf juist te gaan sturen.