Een stel kinderen loopt achter. Moet ik meer gaan trainen? 

Achterstand. Je hoort het steeds vaker. De vraag is: ten opzichte van wie of wat? Welke leraar wordt aangesproken over zijn achterstand ten opzichte van andere leraren? Meestal spreken we vanzelf over hun verschillende talenten en eigenaardigheden. Waarom dan wel bij leerlingen? Achterstand suggereert dat je iets of iemand niet in het goede tempo kunt volgen. Natuurlijk worden kinderen soms uitgedaagd door wat anderen kunnen. Maar als je een tijd het tempo niet bij kunt benen, kan de motivatie verdwijnen. Hoe zou een kind een achterstand kunnen hebben ten opzichte van zichzelf? Een achterstand is een construct waarbij leerlingen met elkaar worden vergeleken in een systeem dat het programma, de tijd en de organisatie leidend heeft gemaakt. Maar in scholen - waar het draait om de ontwikkeling van kinderen en jongeren - zouden de mensen zelf centraal moeten staan. In bepaalde periodes kunnen kinderen zich vertraagd of zelfs even niet ontwikkelen. Het is de uitdaging van elke leraar om die ontwikkeling op gang te brengen of te versnellen. Dat werkt zelden door een achterstand te suggereren, eerder door wat voor je ligt en haalbaar is zichtbaar te maken. Een perspectief! Dus train wat getraind moet worden. Niet om in te halen, maar om uit te breiden.