Ik heb er alles aan gedaan, maar ik krijg een leerling niet op niveau. 

Het is een gangbare praktijk geworden dat we kinderen les geven, toetsen en indelen naar hun niveau. ‘Niveau’ suggereert dat kinderen ergens zijn, of zouden moeten zijn. Dat verdeelt een groep in gemiddelden, onder gemiddelden en boven gemiddelden. Dat lijkt misschien normaal omdat mensen nou eenmaal verschillende begaafdheden hebben en zich in verschillende tempo’s ontwikkelen. Voor de ontwikkeling van kinderen en jongeren is het vaak een belemmering. Als kinderen van jongs af aan geselecteerd worden, kan een kind dat wat later rijpt al in een lager niveaugroepje zitten. Kinderen gaan zich daar gemakkelijk naar gedragen. Ze passen zich als het ware aan: self fulfilling prophesy. Als kinderen worden uitgedaagd vanuit ‘waar ze zijn’ naar ‘wat de volgende stap is’, dan is er geen voorspelbaar verloop van ontwikkeling. Het verloopt met pieken en dalen. Het is afhankelijk van wat leerlingen allemaal meemaken. Maar voor een zeer bepalend deel is het afhankelijk van: de leraar zelf. Als de leraar investeert in de relatie met leerlingen, wordt er meer en beter geleerd en zijn de resultaten in orde. Dat betekent niet dat ze allemaal naar de universiteit gaan. Dat betekent dat ze met plezier naar school gaan, zich optimaal ontwikkelen en dat hun niveau dan precies het niveau is wie ze zijn en wat ze kunnen.