Leraren werken te hard en leerlingen niet hard genoeg. Kan dat anders?

Het is nog gebruikelijk dat leraren voorbereiden, uitvoeren en controleren. Leerlingen kunnen vaak veel meer dan ze in de klas mogen laten zien. Buiten de school organiseren de kinderen evenementen, spelen ze complexe games en communiceren ze veel, divers en in verschillende talen. In school moeten ze nog vaak –binnen gestandaardiseerde roosters en curricula- wachten op anderen, voordat ze aan de slag kunnen. Leraren zouden - waar mogelijk- hun onderwijs in moeten richten met degenen die het moeten doen: de leerlingen. Natuurlijk heb je een gebouw, een rooster, een curriculum en eindtermen, maar die ontwikkelen zich niet. Dat moeten de leerlingen zelf doen. Gebruik ze dus ten volle. Betrek ze bij de inhoud, bij je overwegingen, bij je falen en je successen. Daag ze uit om initiatieven te nemen. Geef ze de vrijheid voor de verantwoordelijkheid die ze aankunnen. Dat is niet statisch, maar ontwikkelt zich door samen op te trekken. Leerlingen mogen laten zien wat ze kunnen, maar wat ze kunnen, moeten ze ook laten zien; want niets van hun potentieel mag verloren gaan.